Ga naar de inhoud

‘Burgerschap begint bij gelijkwaardigheid’

‘Burger word je niet met een toverstaf, daar groei je in’, stelt prinses Laurentien van Oranje als oprichter van Missing Chapter en Number 5 Foundation. Als volwassenen kinderen het gevoel kunnen geven dat ze ertoe doen en dat hun stem gehoord wordt, heeft de samenleving daar veel profijt van. Met positieve ervaringen kan de weg naar burgerschap zo al op jonge leeftijd beginnen, is haar overtuiging. ‘Scholen spelen daarbij een cruciale rol.’ (Tekst: Brigitte Bloem)

‘Als ik denk aan vernieuwend onderwijs en opvang, het thema van NOT 2021, dan droom ik over de democratische mini-maatschappij die een school kan zijn. Waar kinderen zich iedere dag gezien voelen en gemotiveerd en uitgedaagd worden om actief mee te doen. Dát gevoel legt de basis voor burgerschap’, stelt Laurentien, ‘als in school alle spelregels van de democratie zouden gelden.’ Als belangrijkste kenmerk noemt ze een gelijkwaardige dialoog tussen kinderen en volwassenen, ‘omdat’, zegt ze, ‘dat nu juist aan kinderen zoveel bagage meegeeft voor later. Vanuit gelijkwaardigheid voelt iedereen zich immers écht gezien en vrij om te zijn wie hij is. Maar dat vraagt wel dat ook volwassenen kinderen echt serieus nemen. Dat legt voor kinderen de basis voor motivatie, wat dan weer randvoorwaarde is voor betekenisvol leren. Zo zitten volwassenen toch ook in elkaar?’

Samen en gelijkwaardig
Al vele jaren leidt prinses Laurentien dialogen tussen volwassenen en kinderen. Ze richtte er de Missing Chapter Foundation voor op, die zich sterk maakt voor kinderparticipatie bij besluitvorming door volwassenen. ‘Dialoog draait om het bijeenbrengen van verschillende perspectieven. Daar komen de beste oplossingen uit. Maar het werkt alleen als alle deelnemers het gevoel hebben dat hun stem ertoe doet’, is haar ervaring. Samen en gelijkwaardig zijn voor haar kernbegrippen. Het is niet ingewikkeld en kost eigenlijk geen geld om de ambities van Prinses Laurentien te verwezenlijken. Want het gaat om een radicale verandering van de grondhouding van volwassenen. ‘Door een gelijkwaardig mensbeeld te hebben, ook van degenen die 40 jaar jonger zijn, schep je ruimte voor kinderen om zichzelf te zijn en ontdekken’ , legt ze uit. ‘De volwassen wereld zit doorgaans niet zo in elkaar. Als het om democratische besluitvorming gaat, zie ik kinderen als vergeten groep. Volwassenen zijn grootgebracht met de gedachte dat alles draait om kennis en ervaring. En als kind heb je nog maar weinig levenservaring. Maar kinderen hebben wel ándere kennis en ándere denkkracht dan volwassenen, en dat maakt hun inbreng juist zo interessant. Tegen volwassenen zeg ik daarom: omarm die diversiteit! Probeer je bescheidener op te stellen naar kinderen en waardeer hun mening. Een jongere zei mij eens: jullie volwassenen zijn gewired met de verleden tijd, kinderen zijn gewired in het nu en kijken daarom anders naar de wereld. Daar zit veel waarheid in en met die denkkracht kunnen we ons voordeel doen. En zij kunnen ook weer veel leren van onze manier van kijken.’

Omdenken
De prinses noemt het omdenken, ‘maar’, waarschuwt ze, ‘wil je werken aan een gelijkwaardige grondhouding, realiseer je dan goed dat je je processen binnen de schoolmuren ook moet omkeren. Het inrichten van top-down processen is fundamenteel anders dan processen bottom-up organiseren. Bottom-up is inclusief en participatief. Maar dat kan alleen als je samen de agenda bepaalt. Kindparticipatie oude stijl is ‘kinderen betrekken bij’. Nieuwe stijl gaat om emancipatie, dus als gelijkwaardigen samenwerken.’ Het verplicht invulling geven aan burgerschapsonderwijs kan dit proces versnellen, vindt de prinses. ‘Als kinderen van jongs af aan, jaar in jaar uit, twaalf jaar lang op school ervaren dat hun stem en die van hun medeleerlingen, die misschien iets anders vinden of een andere achtergrond hebben, ertoe doet, dan is het veel vanzelfsprekender dat je op je 18e gaat stemmen en actief deelneemt aan de democratische samenleving. Democratie is immers de optelsom van de stemmen van burgers.’ Prinses Laurentien adviseert leraren om die gelijkwaardigheid stelselmatig te oefenen. ‘Ga allereerst bij jezelf te rade wat jouw grondhouding is. Waarom zouden volwassenen bijvoorbeeld beter weten hoe het onderwijs eruit moet zien, terwijl kinderen er dagelijks mee te maken hebben?’ Als voorbeeld noemt ze de totstandkoming van het schoolplan. ‘Nu is het zo dat er door de volwassenen een schoolplan wordt opgesteld en dat een selecte groep leerlingen daar, als ze geluk hebben, een oordeel over mag vellen via bijvoorbeeld een leerlingenraad. Maar dan is het al door volwassenen ingekleurd. Ik zou het willen omdraaien. Maak dat plan mét kinderen als gelijkwaardigen aan tafel. Dat vraagt van zowel volwassenen als kinderen competenties die voordien niet nodig waren. Volwassenen moeten meer open en nieuwsgierig zijn. Kinderen denken nog niet in rangen en standen, maar zullen wel moeten wennen aan hun gelijkwaardige stem. Ze zullen leren dat ze niet altijd gelijk krijgen omdat anderen wellicht iets anders vinden. Maar ook dat dingen geld kosten. Is het samen opstellen van het schoolplan niet al een invulling van je burgerschapsonderwijs?’

Hoeder annex helpdesk
De school als democratische mini-maatschappij vraagt volgens de prinses om iemand die zich opwerpt als hoeder annex helpdesk van gelijkwaardigheid bij collectieve denk- en besluitvormingsprocessen op school. ‘Als kinderen bijvoorbeeld aangeven dat ze de taal aan de overlegtafel niet snappen, dan moeten de volwassenen daarop gewezen worden’, legt ze uit. ‘Andersom kunnen volwassenen moeite hebben om kinderen als gelijkwaardige gesprekspartner te zien. Ook daar moet dan over gesproken worden. Verder is het belangrijk dat de luidste stemmen ook naar de minder luide luisteren. Het is goed als kinderen die altijd maar hun vinger opsteken al in hun vroege schooltijd ervaren dat het fijn is dat ze inbreng leveren, maar ook dat de stillere kinderen waardevolle inbreng hebben en dat ze naar hen moeten luisteren. Ook dat is gelijkwaardigheid.’